Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Huilt, gij [74]herders! en schreeuwt, en wentelt u [75][in de as], gij [76]heerlijken van de kudde! want [77]uw dagen zijn vervuld, dat men [78]slachten zal, en van uw [79]verstrooiingen, dan zult gij vervallen als een [80]kostelijk vat. 74. Regeerders in politie en kerk. 75. Dit is hier ingevoegd uit boven hfdst.6 vs.26. 76. Alzo noemt God de voortreffelijksten en machtigsten onder het volk; alzo vs.35,36; zie van het Hebreeuwse woord Ps.8:2. 77. Die u van God verordineerd zijn; zie Ps.37:13. 78. Te weten, u, of de een den ander. 79. Versta, de dagen uwer verstrooiingen; [dat is, dat gij verstrooid zult worden] of, uwe verstrooiingen zijn nabij. 80. Hebreeuws, vat d er begeerte, of van den lust, van den wens; dat is, schoon, lustig, kostelijk, gewenst [zie 2 Kron.32:27]; de zin is dat al hunne schoonheid en heerlijkheid vergaan zal, gelijk [bij exempel] een schoon en kostelijk glas, of iets anders, dat van zeer brekelijke stof gemaakt zijnde, in stukken valt, en nergens meer toe deugt noch weder samengezet of hermaakt kan worden.